Die van die man die niet meer terugbelde…

Bij ons speelt zich gemiddeld drie keer per week de volgende scene af: de telefoon gaat. Eén van ons neemt op en roept onze nette, standaard begroeting. Degene aan de andere kant zegt: “Wei?!” (spreek uit als het Engelse “way”). Dit is de Chinese manier om een telefoongesprek te beginnen. Wij roepen: “Sorry, no Chinese. Do you speak English?” De persoon aan de andere kant ratelt in het Kantonees en roept weer: “Wei?!” Wij: “No Chinese, ENGLISH?!” Dan valt er een vertwijfelde stilte, er volgt wat geroezemoes, en er wordt opgehangen…

Dit proces herhaalt zich vervolgens een aantal keer. De beller en wij hopen dat het niveau van ons Kantonees per direct gigantisch zal stijgen, zodat het telefoontje alsnog afgehandeld kan worden, maar dit gebeurt helaas nooit. Soms vindt de beller wel die ene Engels sprekende collega of voorbijganger bereid om het telefoontje te plegen.

Nu vinden wij het natuurlijk enorm grappig om elkaar te bellen, vloeiend “Wei?!” te roepen en te doen of je de ander niet begrijpt. Humor. Maar vanaf vandaag ga ik deze grap niet meer waarderen, want net ging het heel erg mis!

Ik probeerde manlief, die in China zit, vier keer te bellen om iets dringends zakelijks te overleggen, maar kreeg alsmaar geen verbinding. Ik besloot te mailen en was net lekker aan het typen toen de telefoon ging. ‘Ha’, dacht ik, ‘manlief, die gezien heeft dat ik geprobeerd heb hem te bereiken’, en ik nam lollig op: “Wei?!” Aan de andere kant van de slechte, krakerige lijn zei manlief met een zwaar Nederlands accent: “Yes aai em loeking for Wietskuh!” Wat een creativiteit ineens! “Jaahaa”, riep ik terug. “Wat fijn dat je belt!”

De komische kant van manlief leek echt onuitputtelijk, want nu sprak hij met onvervalst Vlaams accent: “Ah! Sprek iek mè Wieeeeetske? Ma iek oe iets vrrroagen?” De duur van deze act, in combinatie met de prangende kwestie die ik wilde bespreken, maakte nu dat ik van slag begon te raken. Daarom riep ik hard en, ik schaam me om het toe te geven, nogal boos: “JE MOET ME NIET ZO ERG IN DE WAR MAKEN!” Maar terwijl ik dit riep, besefte ik al dat ik een fout maakte. Dit was manlief helemaal niet.

Het was een Belg. Ik geloof dat hij me iets wilde verkopen, maar wát… Dat zal ik waarschijnlijk nooit te weten komen. Want na mijn stamelende excuses kon hij zich, heel begrijpelijk, niet meer concentreren op zijn verkooppraatje en hing snel op. Misschien dat hij een Nederlandse collega heeft, die ooit terug durft te bellen. Ik denk wel dat hij vanaf nu Nederlanders aan de telefoon véél verwarrender vindt dan Chinezen.

Joy-Gin!

Wytske

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *