Met een stel vrienden had ik het laatst in de kroeg over een vervelend fenomeen: Jezelf, door onhandigheid, pijn doen. Het gesprek ging van ‘uitschieten met een stanleymes’, via ‘over je eigen hand heen skiën’, naar ‘vallen’. Vallen! Daar kan ik over meepraten! Ik val zeer regelmatig. In de afgelopen twaalf maanden ben ik al vier maal op mijn plaat gegaan en een flink aantal keer gleed ik uit, maar wist ik mezelf nog nèt op tijd overeind te houden.
Zoals vorige week. Ik stak heel normaal over en ineens schoten mijn voeten alle kanten op! Ik viel net niet en liep stoer door. Natuurlijk wel voorzichtig om me heen kijkend of niemand me gezien had… Honderd meter verderop, uitrustend op een roltrap, durfde ik pas een blik op mijn inmiddels wat pijnlijke rechtervoet te werpen. En wat bleek: alle tenen waren bovenop flink geschaafd.Bovenop! Hoe krijg ik het voor elkaar? Kennelijk was mijn voet in dat korte momentje totaal dubbel geklapt!
Met mijn voet in een teil water met Palmolive Desinfecting Hand Soap (dit bij gebrek aan het oud-Hollandsche wondermiddel Biotex) heb ik mijn valgedrag eens rustig geanalyseerd. Om te beginnen, val ik hier vaker dan in Nederland. Ik bedacht dat er hier dan ook een aantal specifieke val-factoren zijn, kenmerkend voor Hong Kong. In overdekte winkelcentra zijn de vloeren bijvoorbeeld vaak van marmer of spul dat glad is als marmer. Niet echt veel houvast dus. Verder wordt er ook continu gepoetst. Iets wat ik, met mijn milde vorm van smetvrees, op zich toejuich. Maar al dat gedweil, zorgt soms wel voor een onverwacht Bambi on ice-effect. De bestrating buiten is óók vaak van glad steen, met name in de nieuwere delen van de stad. In oudere delen is het glijgevaar minder. Maar, let op! Hier kan je weer onaangenaam verrast worden door gaten in de weg, stoepjes en trappetjes in schutkleuren en rare randen die omhoog steken en je pootje lichten.
Nog een val-factor in Hong Kong is het weer: vochtig en heet blijkt een fatale combinatie. Het regent soms een periode enorm veel en tezamen met de hiervoor genoemde gladde bestrating levert dat extreem slipgevaar op. Vooral als je, zoals ik, vanwege de warmte graag leuke slippertjes (die natuurlijk niet voor niets zo heten!) draagt.
Maar goed, andere mensen om me heen hebben ook te maken met deze factoren en zij vallen niet. Of in ieder geval niet zo vaak als ik. Maar ik ben dan ook continu afgeleid: kijk eens omhoog, staar in de verte en ondertussen ben ik heel druk bezig met het oplossen van allerlei ingewikkelde existentiële vraagstukken zoals “waartoe ben ik hier op aard?” en “wat zullen we vanavond eten?” Kortom: ik let gewoon niet op.
Nu ik het allemaal zo op een rijtje heb gezet, moet ik zeggen dat het eigenlijk nog meevalt dat ik niet elke dag tegen de grond smak!
Joy-Gin!
Wytske